Bonnie en Clyde
Als je criminaliteit wilt bestrijden, moet je armoede bestrijden
Gedurende drie dagen in mei van 1934 stromen overvolle mensenmassa’s naar twee uitvaartcentrums in Dallas toe in de hoop een laatste glimp op te vangen van de bandieten Bonnie Parker en Clyde Barrow.
Na een tweejarige misdaadtocht is het duo net zo beroemd geworden als de andere gangsters uit de Grote Depressie van de jaren ’30: John Dillinger, ‘Pretty Boy’ Floyd en ‘Baby Face’ Nelson.
Echter, tegen 1935 zijn al deze gangsters omgebracht door de agenten van John Edgar Hoover, de oprichter van de FBI. Bonnie en Clyde zijn de eersten die ten onder gaan. Toch overschaduwt hun verhaal dat van alle anderen.
Wat maakt dat juist hun verhaal (vandaag de dag nog steeds) zo resoneert? Zijn Bonnie en Clyde echt zo slecht als in de jaren ’30 in de kranten staat? Wat is überhaupt de aantrekkingskracht van mensen die misdaden begaan? En wat speelt er tijdens de grote economische depressie in de jaren ’30? Hebben criminaliteit en armoede misschien iets met elkaar te maken? En wat versta jij eigenlijk onder een (goede) straf?
Foto: Bonnie en Clyde, gefotografeerd in maart 1933 in Arkansas